2008

Op 21 januari besluiten de gemeenten om het werk te hervatten aan die projecten rond het Polderhoofdkanaal die niet direct verband houden met het bevaarbaar maken, zoals de restauratie van de Zuidersluis. Op 25 januari moet het werk weer worden stilgelegd, omdat de omwonenden een kort geding hebben aangespannen. Daarin oordeelt de rechter drie dagen later dat alle werkzaamheden onder de ontheffingsplicht vallen en wordt de gemeente veroordeelt tot een dwangsom van €50000,- per dag als ze de werkzaamheden nog een keer hervatten. Het werk is sindsdien nog steeds niet hervat.

In maart komt een ecologisch adviesbureau (A&W) met een geheel nieuw plan voor het opnieuw bevaarbaar maken van het kanaal. Centraal staan extra mitigerende (in het water) en compenserende maatregelen (in het gebied eromheen) om de natuur een impuls te geven en de beschermde diersoorten te ontzien. De adviseurs stellen voor de oude meanders van De Boarn ten westen van het kanaal te herstellen, en om een aparte sloot aan te leggen waar de diersoorten ongestoord kunnen leven. In augustus neemt de gemeenteraad van Opsterland dit plan aan.

Gedwongen door de raden en de gerechtelijke uitspraken van oktober 2007 en januari 2008, worden de bewoners door de bestuurders dan eindelijk uitgenodigd voor een gesprek, dat op 19 maart 2008 plaatsvindt met de mediator. In dat gesprek is door de bewoners melding gemaakt van vervelende en bedreigende reacties, die zijn ontvangen naar aanleiding van een LC-publicatie op het internet. Gelet op de inhoud van de mails, is duidelijk dat die informatie alleen beschikbaar kan zijn bij zeer ingevoerde mensen, bijvoorbeeld ambtenaren. Het vermoeden is, dat er vanuit de overheid onzorgvuldig met informatie wordt omgegaan.

Verder geven de bewoners aan, dat allen die nu aan tafel zitten met elkaar een rol hebben in het leveren van een bijdrage aan de leefbaarheid in hun gemeenten. Vanuit dat perspectief is een zorgvuldig gesprek en proces belangrijk. Gerefereerd wordt aan een opmerking die door een ambtenaar van de juridische afdeling van de gemeente Smallingerland is gemaakt en die de bewoners in dat verband zeer ongepast vonden. De strekking van de opmerking was, dat de gemeente net zo lang zou procederen tot de bewoners geen geld meer zouden hebben en het niet meer zouden kunnen opbrengen om tegen de gemeente in te gaan.

De bezwaarmakers hadden het vermoeden, dat het gesprek mede gearrangeerd was om over eventuele herstelwerkzaamheden (na stillegging door de rechter) te kunnen spreken. En ja, deze vraag kwam ook aan bod met daaraan gekoppeld de opmerking dat, wanneer de bewoners hieraan zouden meewerken, zij zodoende wat goodwill konden kweken. Met een opmerking over deze ongepaste uitlating, hebben de bewoners deze vraag meegenomen ter overweging en hebben zij nadien een aantal wedervragen gesteld en het voorstel gedaan om er rijplaten neer te leggen. Het antwoord van de gemeente hierop was een kort geding.

In september wordt een verzoek van de raadsfractie OpsterLanders om een onderzoekscommissie in te stellen naar de bestuurlijke gang van zaken rond het project afgewezen door de gemeenteraad.

De kosten van het stilliggende project rijzen de pan uit. Voortzetting van het project kost Opsterland en Smallingerland dik zeven miljoen euro, berekent de provincie. De totale kosten raamt de provincie nu op 17 miljoen (in 2002 vond de provincie 12 miljoen al veel te duur maar nu wil men koste wat kost doorgaan). Het project definitief afblazen betekent een acute strop van 4,9 miljoen, voor rekening van de twee gemeenten. De gemeenteraad van Smallingerland stelt maximaal 555.000 euro extra beschikbaar, zodat die bijdrage niet hoger mag uitvallen dan 1.375.000 euro.

De gemaakte kosten in 2008 bedragen € 3.347.516,24

 

Titel

naar boven